Frysk English-Pale Bladderwort Français-Utriculaire jaunâtre Deutsch-Blaßgelber Wasserschlauch Synoniemen Familie-Lentibulariaceae (Blaasjeskruidfamilie) Naamgeving (Etymologie)-De naam blaasjeskruid dankt de plant aan de blaasjes aan de bladen onder water. Utricularia komt van utricuilus (zakje), vanwege de blaasjes aan de bladen. Ochroleuca komt van de Griekse woorden ochra (oker) en leukos (wit) en betekent dus eigenlijk geelwit. Opmerking-Bleekgeel blaasjeskruid wordt ook wel beschouwd als de bastaard van Plat blaasjeskruid en Klein blaasjeskruid. Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten). Levensduur-Overblijvend. Plantvorm-Hydrofyt Hoofdbloei-Juni t/m augustus. Afmeting-10-50 cm.
Wortels
Stengels
Bladeren-De groene bladen zijn vaak voorzien van een enkel blaasje. De bladslippen hebben een vrij spitse, geleidelijk in een stekelhaar overgaande top en spitse tandjes.
Bloemen-Tweeslachtig. De bloemen zijn bleekgeel met een bruin gestreept gehemelte. De spoor staat af en is half zo lang als de onderlip. De soort bloeit vaker dan Plat blaasjeskruid
Vruchten en zaden-Een doosvrucht. Tweezaadlobbig.
Biotoop Bodem-Zonnige plaatsen in ondiep, voedselarm, zwak tot matig zuur water (o.a. hoogveen). Groeiplaatsen-Heidevennen en veenplassen. Verspreiding Wereld-Oorspronkelijk uit Noord-, Midden- en West-Europa. Nederland-Inheems. Verdwenen. Voor het laatst gevonden in 1983.
Vlaanderen-Inheems. Zeer zeldzaam of verdwenen. Wallonië-Inheems. Verdwenen. 2001-2024 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl |