Wilde planten in Nederland en België

Blaartrekkende boterbloem - Ranunculus sceleratus

Frysk-Gleie bûterblom

English-Cursed Crowfoot

Français-Renoncule scélérate

Deutsch-Gift-Hahnenfuß

Synoniemen

Familie-Ranunculaceae (Ranonkelfamilie)

Naamgeving (Etymologie)-De naam boterbloem is vanwege de boterkleurige bloemblaadjes. Ranunculus is het verkleinwoord van het Latijnse rana (kikker). Ranonkels groeien vaak in of langs het water en in vochtige weiden, de plek waar veel kikkers voor komen. Sceleratus betekent misdadig of verderfelijk.

Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).

Levensduur-Eenjarig.

Plantvorm-Therofyt.

Hoofdbloei-Mei t/m november.

Afmeting-5-70 cm.


Stefan.lefnaer - cc by-sa 4.0


H. Zell - cc by-sa 3.0


Hana Kašparíková - cc by-sa 3.0


Stefan.lefnaer - cc by-sa 4.0

Wortels-Geen knol vormend.


herbariaunited.org


symbiota.math.wisc.edu - cc0-1.0


herbariaunited.org


herbariaunited.org

Stengels-De rechtopstaande, dikke stengels zijn bleekgroen, gegroefd, vrijwel kaal, iets glanzend, vlezig en hol van binnen. Ook de bloemstelen zijn gegroefd. De buisvormige stengel vergemakkelijkt de zuurstoftoevoer naar de wortels, die in zeer zuurstofarme omstandigheden moeten groeien. Bovenin vertakt de stengel en aan het uiteinde van elke vertakking groeit een alleenstaande bloem.


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Stefan.lefnaer - cc by-sa 4.0


Stefan.lefnaer - cc by-sa 4.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0

Bladeren-Giftig. De verspreidstaande, dikke, glanzend groene en enigszins vlezige bladeren zijn meestal in drieën gedeeld (zelden zijn ze vijfdelig). Ze zijn getand tot diep ingesneden. De bovenste bladeren hebben drie slippen en zijn niet gesteeld. Onder water groeiende planten hebben grote drijvende bladen. Deze planten bloeien vaak niet.


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0


Harry Rose - cc by 2.0


Ian Alexander - cc by-sa 4.0


Stefan.lefnaer - cc by-sa 4.0

Bloemen-Tweeslachtig. De bloemen vormen vertakte kluwens. Ze zijn lichtgeel en 0,5-1 cm. De vijf kelkbladen vallen spoedig af. Ze zijn iets teruggeslagen en ongeveer even groot als de vijf kroonbladen. De bloembodem is meestal behaard. Een bloem kan soms meer dan twintig meeldraden bevatten. Het vruchtbeginsel is bovenstandig.


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


kuleuven-kulak.be/bioweb


Stefan.lefnaer - cc by-sa 4.0


H. Zell - cc by-sa 3.0

Vruchten en zaden-Een eenzadige dopvrucht of nootje. De vruchthoofdjes zijn rond tot iets langwerpig (de vruchtzuil kan zelfs knotsvormig worden) en 0,6-1 cm. Ze  zijn duidelijk meer hoog dan breed. Ze bevatten tot zestig of meer (soms tot meer dan honderd), ongeveer 1 mm grote, vrijwel niet gesnavelde vruchten, maar soms hebben ze een korte, stompe snavel. De zaden zijn langlevend (langer dan vijf jaar). Tweezaadlobbig.


Stefan.lefnaer - cc by-sa 4.0


Olivier Pichard - cc by-sa 3.0


Stefan.lefnaer - cc by-sa 4.0


©2006 Digital Plant Atlas - cc by-nc-sa 3.0 nl

Biotoop

Bodem-Zonnige, soms licht beschaduwde, open plaatsen (pionier) op natte, voedselrijke, met name stikstofrijke, zuurstofarme, meestal kalkhoudende, organische grond. Vaak op tijdelijk overstroomde plaatsen. Ook in zwak brak milieu (alle grondsoorten).

Groeiplaatsen-Langs begraasde sloten, ondiepe plassen, modderige oevers, langs duinplassen, moerassen, in goten, tussen straatstenen, spoorwegterreinen, opgespoten grond, baggerstortterreinen, nieuwe greppels, moestuinen en op kale net drooggevallen grond in moerasbossen.

Verspreiding

Wereld-Gematigde streken op het noordelijk halfrond.

Nederland-Inheems. Algemeen.

Vlaanderen-Inheems. Algemeen.

Wallonië-Vrij algemeen.

Wetenswaardigheden

Blaartrekkende boterbloem is, evenals alle boterbloemen, giftig door de aanwezigheid van de stof protoanemonine. Deze plant is de giftigste boterbloem en heeft een gehalte van 2,5% aan protoanemonine. Wanneer de bladeren gekreukt, beschadigd of vermalen worden, veroorzaken ze op de menselijke huid lelijke zweren en blaren. Het blaartrekkende sap veroorzaakt eveneens ontstekingen. De plant wordt in Duitsland dan ook Gift-Hahnenfuss genoemd. Bedelaars wreven hun huid ermee in, opdat het medelijden van de burgers werd vergroot. Omdat het gebruik van de plant tot aangezichtskrampen kan leiden en de bladeren wel wat op die van bleekselderij lijken, droeg zij in de oude Kruid.boeken de naam Apium risus (lachselderij).

2001-2024 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl