Wilde planten in Nederland en België

Bijvoet - Artemisia vulgaris

Frysk-Blanke aalst

English-Mugwort

Français-Armoise vulgaire

Deutsch-Beifuß

Synoniemen

Familie-Asteraceae (Composietenfamilie)

Naamgeving (Etymologie)-Met Bijvoet is het verhaal verbonden dat degene die een stuk van deze plant in zijn schoeisel draagt, minder gauw vermoeid raakt. Er zijn meerdere verklaringen voor de wetenschappelijke naam. Artemisia zou kunnen afstammen van het Grieksche artemès (gezond), vanwege de vele geneeskrachtige eigenschappen van de soorten van dit geslacht. Een tweede mogelijkheid is dat de naam is afgeleid van de godin van geboorte en vrouwen Artemis Eileythyia (de planten werden gebruikt bij vrouwenziektes). Ook is wel geopperd dat Artemis is vernoemd naar koningin Artemisia van Halikarnassos in Karië, die voor haar echtgenoot een beroemd mausoleum liet bouwen. Vulgaris betekent gewoon.

Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).

Levensduur-Overblijvend.

Plantvorm-Hemikryptofyt.

Hoofdbloei-Juli t/m september.

Afmeting-60-120 cm.


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl

Wortels-Zonder of met een korte wortelstok.


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl

Stengels-Pollen vormend. De gegroefde, forse, maar vrij slanke, rechtopstaande bloeistengels zijn iets behaard (later min of meer kaal wordend) en vaak rood- of paarsachtig aangelopen. Ze zijn sterk vertakt, verhouten niet, hebben een breed mergkanaal en verspreiden een zwakke geur. In de late herfst sterft het bovengrondse deel van de plant af.


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl

Bladeren-De onderste bladen verschillen niet veel van de middelste en bovenste bladen. De verspreidstaande bladen zijn van boven donkergroen en vrijwel kaal en van onderen witviltig behaard. Ze zijn ingesneden getand of één- tot tweevoudig veerdelig met lancetvormige, voor het grootste deel gaafrandige bladslippen van meestal ongeveer 0,5 cm breed (zelden tot 0,8 cm). De randen van de vrij lange bladslippen verlopen vanaf de voet eerst ongeveer evenwijdig en lopen dan uit in een spitse top. De bovenste bladen zijn geoord en min of meer stengelomvattend, de onderste bladslippen staan als oortjes ongeveer aan beide kanten van de stengel. In de lente zijn ze grijsachtig groen.


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl

Bloemen-Polygaam. De vele kleine bloemhoofdjes groeien in rijk vertakte, bebladerde pluimen. De opgerichte, eivormige en niet gesteelde bloemhoofdjes zijn 3-4 mm. Eerst zijn ze gelig, maar later worden ze roodbruin. De bloemhoofdjesbodem is kaal. Het buitenste omwindselblad is eivormig, viltig en breed vliezig gerand. Het vruchtbeginsel is onderstandig.


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl

Vruchten en zaden-Het bruine nootje wordt ongeveer 1 mm lang. De zaden zijn langlevend (langer dan vijf jaar). Tweezaadlobbig.


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl


©2006 Digital Plant Atlas - cc by-nc-sa 3.0 nl

Biotoop

Bodem-Zonnige of licht beschaduwde, vrij open plaatsen op droge tot vochtige, voedselrijke, omgewerkte grond (vrijwel alle grondsoorten, maar op veen en klei alleen op plekken waar de grond met zand vermengd is).

Groeiplaatsen-Rivierdijken, kanaaldijken, bermen, vergraven plaatsen in de duinen, plekken waar het duinzand met steenslag of organisch afval is vermengd, braakliggende grond, humeuze ruigten, haven- en industrieterreinen, spoorwegterreinen, waterkanten, akkerranden (met name langs maisakkers), sterk verruigde plantsoenen, tussen straatstenen, heggen, lichte plekken in loofbossen, oeverwalbossen en langs bospaden.

Verspreiding

Wereld-Oorspronkelijk uit Europa en Azië.

Nederland-Inheems. Algemeen.

Vlaanderen-Inheems. Algemeen.

Wallonië-Inheems. Algemeen.

Toepassingen

Medicinaal-Bijvoet verdrijft insecten, met name motten. Onder het kussen zou Bijvoet beschermen tegen nachtmerries. In China worden van Bijvoet geneeskrachtige staafjes (moxa staafjes) gemaakt en gebruikt in de acupunctuur. De wierrook wordt gebruikt bij rituele reiniging van mensen en ruimte. Om wierrook zelf te maken (alle Artemisia soorten zijn bruikbaar) plukt u de knoppen, vlak voor ze in bloei komen. Maak stukken van gelijke lengte (ongeveer 15 cm) en laat ze ongeveer twee dagen drogen. Maak een bundel van 2,5 cm doorsnee en bind ze samen met katoendraad (gebruik geen kunstvezel). Steek een kant aan, blaas de vlam uit en laat de staafjes smeulen. Als geneesKruid. gebruikt men de bladeren en de in de bloeitijd verzamelde plant. Bijvoet werd van oudsher gebruikt als middel tegen wormen en moet dan gedurende lange tijd in een lage dosering worden ingenomen. De plant wekt de eetlust op, stimuleert de spijsvertering en helpt eveneens bij het opgang brengen van de menstruatie. Bijvoet werd ook gebruikt als medicijn bij vrouwenziekten. De Chinese Kruid.kunde gebruikte het Kruid. voornamelijk voor de voortplantingsorganen, om de baarmoeder te verwarmen, om bloedingen te stoppen of om bloedingen bij een te lange menstruatiecyclus af te remmen. Tijdens een lange, vermoeiende wandeling kun je op enkele bladeren of bloemtoppen kauwen. De vermoeidheid zou dan moeten afnemen, omdat de bittere aromatische stoffen de geest en blik zouden verhelderen.

Vermeerderen-Zaaien.

2001-2024 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl