Frysk-Knoopreadskonk (Bloedgers) English-Pale Persicaria Français-Renouée à feuilles de patience Deutsch-Acker-Ampferknöterich Synoniemen-Polygonum lapathifolia, Polygonum lapathifolium, Polygonum tomentosum, Polygonum nodosum Familie-Polygonaceae (Duizendknoopfamilie) Naamgeving (Etymologie)-Duizendknoop komt van de plaatselijke verdikkingen op de stengel (de knopen). Persicaria betekent perzikruid (de bladen lijken op die van de Perzik). Lapathifolia betekent met bladen van zuring (de bladeren lijken op die van zuring). Ondersoorten-Beklierde duizendknoop is een zeer variabele soort, die vaak wordt gescheiden in verschillende ondersoorten: Knopige duizendknoop (Persicaria lapathifolia subsp. lapathifolia), Viltige duizendknoop (Persicaria lapathifolia subsp. pallida), Oeverduizendknoop (Persicaria lapathifolia subsp. brittingeri) en Groenige duizendknoop (Persicaria lapathifolia subsp. mesomorpha). De begrenzing van de ondersoorten is zeer lastig, want er komen allerlei tussenvormen voor. Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten). Levensduur-Eenjarig. Plantvorm-Therofyt. Hoofdbloei-Juni t/m november. Afmeting-Subsp. lapathifolia-30-120 cm.
Wortels Stengels-Subsp. lapathifolia-Rechtopstaande, donkergroene stengels die soms rood aangelopen zijn.
Bladeren-De eironde tot meestallangwerpige of lijn-lancetvormige bladen hebben aan de bovenkant meestal een zwarte vlek. De onderste jonge bladen zijn aan de onderkant min of meer viltig behaard, maar kunnen ook kaal zijn. Op de onderkant van de bovenste bladen groeien geelachtige, ronde klieren (Perzikkruid heeft niet zulke klieren).
Bloemen-Tweeslachtig. De bloemen groeien in dichtbloemige schijnaren. Ze zijn roze, groen of groenwit. Bloemstelen met geelachtige klieren (geen gesteelde klieren).
Vruchten en zaden-Een eenzadige dopvrucht of nootje. De dopvruchten zijn lensvormig afgeplat. De zaadjes zijn glanzend zwart. De zaden zijn langlevend (langer dan vijf jaar). Tweezaadlobbig.
Biotoop Bodem-Zonnige, open plaatsen (pioniervegetatie) op natte tot vochtige, voedselrijke, stikstofrijke, niet zure en meestal omgewerkte grond (op de meeste grondsoorten). Groeiplaatsen-Zandige akkers, hakvruchtakkers, braakliggende grond, opgespoten grond, ruigten, omgewerkte of pas ingezaaide bermen, langs kanalen, sloten, vijvers en plassen, op aanspoelselgordels van rivieren en ruderale plaatsen (o.a. bij persvoerkuilen en mesthopen). Verspreiding Wereld-Wereldwijd. Nederland-Inheems. Algemeen. Vlaanderen-Inheems. Algemeen. Wallonië-Inheems. Algemeen. 2001-2025 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl |