Wilde planten in Nederland en België

Beklierde basterdwederik - Epilobium ciliatum

Frysk-Kleverige tieneblom

English-American willowherb

Français-Epilobe ciliée

Deutsch-Drüsiges Weidenröschen

Synoniemen-Epilobium adenocaulon, Beklierd wilgenroosje

Familie-Onagraceae (Teunisbloemfamilie)

Naamgeving (Etymologie)-De Nederlandse naam basterdwederik dankt de plant aan het feit dat de bladen lijken op die van de wederik. Epilobium is van oorsprong een Oud-Griekse naam epi (op), lobos betekent hauw of peul en ion is een viool. De zaaddoos lijkt op een hauw en de bloem lijkt op Viola matronalis (Hesperis matronalis - Damastbloem), maar verschilt daarvan doordat de bloem op het vruchtbeginsel (de zaaddoos) is geplaatst. Ciliatum betekent met wimpers of haartjes.

Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).

Levensduur-Overblijvend of soms eenjarig.

Plantvorm-Hemikryptofyt of therofyt.

Hoofdbloei-Juni t/m augustus.

Afmeting-30-90, soms tot 150 cm.


Stefan.lefnaer - cc by-sa 4.0


Konrad Lackerbeck - cc0


Matt Lavin - cc by-sa 2.0


Olivier Pichard - cc by-sa 3.0

Wortels-Een wortelstok met stevige uitlopers die in ondergrondse bladrozetten eindigen. De bovenste bladeren van dit rozet overwinteren boven de grond.


Dean Wm. Taylor - cc by 2.0


cotram.org - cc by-nc 3.0


herbariaunited.org


hasbrouck.asu.edu - cc by-nc 3.0

Stengels-Rechtopstaande stengels met twee of vier lijsten. Ze zijn naar boven toe begroeid met veel afstaande klierharen, naast gewone, aanliggende, gekromde haren. De stengel is vaak rood aangelopen.


Rainer Burkard - cc by-sa 4.0


R. A. Nonenmacher - cc by-sa 3.0


kuleuven-kulak.be/bioweb


Julia Kruse - cc by-sa 3.0

Bladeren-De eironde tot langwerpig-lancetvormige bladen zijn vaak tegenoverstaand. Ze hebben een onregelmatig getande (kleine tanden), niet omgerolde rand, een afgeronde of zwak hartvormige voet en zijn in een korte steel (2-5 mm) versmald. Ze zijn twee tot vier (vijf) keer zo lang als breed (zonder de steel).


R. A. Nonenmacher - cc by-sa 4.0


R. A. Nonenmacher - cc by-sa 4.0


Walter Siegmund - cc by-sa 3.0


Julia Kruse - cc by-sa 3.0

Bloemen-Tweeslachtig. De bloeiwijze-as is begroeid met afstaande klierharen en aanliggende gekromde gewone haren. In knop staan de bloemen rechtop. De kleine, 2½-6 mm lange, roze of zelden witte kroonbladen zijn diep ingesneden. De stempel is knotsvormig.


Julia Kruse - cc by-sa 3.0


kuleuven-kulak.be/bioweb


kuleuven-kulak.be/bioweb


Walter Siegmund - cc by-sa 3.0

Vruchten en zaden-Een doosvrucht. Aan de top van het zaad zit een doorschijnend aanhangsel, waarop de haarkuif (vruchtpluis) zit. De zaden zijn lang levend (langer dan vijf jaar). Tweezaadlobbig.


kuleuven-kulak.be/bioweb


Randy A. Nonenmacher - cc by-sa 3.0


Stefan.lefnaer - cc by-sa 4.0


©2006 Digital Plant Atlas - cc by-nc-sa 3.0 nl

Biotoop

Bodem-Zonnige, soms licht beschaduwde, open plaatsen op vochtige of natte, voedselrijke of soms brakke, vaak omgewerkte grond (vrijwel alle grondsoorten).

Groeiplaatsen-Bermen, wallen, muren, akkers, zandplaten in bedijkte zeearmen, braakliggende grond, ruderale plaatsen, open plekken in uiterwaarden, spoorbermen, spoorwegterreinen, haven- en industrieterreinen, bouwterreinen, zandgroeven, plantsoenen, bloembakken, tussen straatstenen, moerassen, drooggevallen oevers en aanspoelselgordels langs rivieren, kapvlakten, verwaarloosde tuinen, grinddaken en dakgoten.

Verspreiding

Wereld-Oorspronkelijk uit Noord-Amerika. Sinds het eind van de 19de eeuw is de plant ingeburgerd in Engeland.

Nederland-Ingeburgerd tussen 1900 en 1924. Voor het eerst gevonden in 1915. Algemeen.

Vlaanderen-Ingeburgerd. Algemeen.

Wallonië-Ingeburgerd. Algemeen.

2001-2024 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl