Behaarde boterbloem - Ranunculus sardous

Frysk Rûge bûterblom

English Hairy Buttercup

Français Renoncule sarde

Deutsch Sardischer Hahnenfuß

Synoniemen

Familie Ranunculaceae (Ranonkelfamilie)

Naamgeving (Etymologie) De Nederlandse naam is te danken aan de boterkleurige bloemblaadjes. Ranunculus is het verkleinwoord van het Latijnse rana (kikker). Ranonkels groeien vaak in of langs het water en in vochtige weiden, de plek waar veel kikkers voor komen. Sardous betekent uit Sardininië. Sardous komt van Herba sardoa, bij Virgilius een gifplant, die op Sardinië groeide, waar ook de Behaarde boterbloem veel voorkomt. Herba sardoa kon verkramping van het aangezicht veroorzaken (dit is eveneens het geval bij Blaartrekkende boterbloem).

Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).

Levensduur Eenjarig, zelden overblijvend.

Plantvorm Therofyt, zelden hemikryptofyt.

Hoofdbloei Mei t/m september.

Afmeting 15-50 cm.


Meneerke bloem - cc by-sa 3.0


Stefan.lefnaer - cc by-sa 4.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0


kuleuven-kulak.be/bioweb

Wortels


herbariaunited.org


herbariaunited.org


herbariaunited.org


herbariaunited.org

Stengels De bleekgroene stengels zijn tot bovenaan afstaand behaard. De stengelvoet is niet of nauwelijks knolvormig verdikt. De polletjes worden naar boven toe breder.


kuleuven-kulak.be/bioweb


kuleuven-kulak.be/bioweb


Stefan.lefnaer - cc by-sa 4.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0

Bladeren De vaak glanzende, lichtgroene bladen zijn tot de voet in drieën gedeeld. Geregeld met lichtere vlekken.


kuleuven-kulak.be/bioweb


kuleuven-kulak.be/bioweb


Stefan.lefnaer - cc by-sa 4.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiante - cc by-sa 4.0

Bloemen Tweeslachtig. De bloemstelen zijn gegroefd. De kroonbladen zijn meestal licht goudgeel en twee keer zo lang als de kelkbladen. De kelkbladen zijn teruggeslagen. De bloemen worden 1,3-2,5 cm. De bloemhoofdjesbodem is behaard.


kuleuven-kulak.be/bioweb


kuleuven-kulak.be/bioweb


kuleuven-kulak.be/bioweb


Stefan.lefnaer - cc by-sa 4.0

Vruchten en zaden Een eenzadige dopvrucht of nootje. De vruchtjes zijn langs de rand gewoonlijk geknobbeld,naar soms zijn ze glad. Ze hebben een zeer korte, vrijwel rechte snavel. Tweezaadlobbig.


kuleuven-kulak.be/bioweb


Stefan.lefnaer - cc by-sa 4.0


Stefan.lefnaer - cc by-sa 4.0


©2006 Digital Plant Atlas - cc by-nc-sa 3.0 nl

Biotoop

Bodem Zonnige, min of meer open plaatsen (pionier) op vochtige of vrij natte, voedselrijke of zeer voedselrijke, kalkhoudende tot vrij kalkarme, maar niet te zure, dichtgeslagen grond (leem, löss, klei en kleiig veen). Ook op brakke plaatsen.

Groeiplaatsen Open plekken in vaak nat en brak weiland, dijken, wintergraanakkers op leem of löss, bij ingangen van akkers, braakliggende grond, langs spoorwegen, wegranden en langs duinpaden.

Verspreiding

Wereld Oorspronkelijk uit West-, Midden- en Zuid-Europa en Noord-Afrika.


Nederland Inheems. Vrij algemeen.

Vlaanderen Inheems. Vrij algemeen.
Wallonië Inheems. Vrij algemeen.

Toepassingen

Vermeerderen Zaaien.

2001-2025 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl