|
Wilde planten in Nederland en België |
|
Akkerogentroost en Rode ogentroost - Odontites vernus
Frysk-Fjildeachkrûd en Read eachkrûd
English-Red Bartsia
Français-Euphraise de printemps en Odontite rouge
Deutsch-Frühlings-Ackerzahntrost en Roter Zahntrost
Synoniemen-Odontites litoralis, Odontites verna, Odontites rubra, Euphrasia odontites, Late ogentroost
Familie-Orobanchaceae (Bremraapfamilie)
Naamgeving (Etymologie)-Ogentroost dankt zijn naam aan de vermeende geneeskracht (troost) bij oogziektes. De gekleurde aders in de bloem leken op de aders in het menselijke oog en vroeger dacht men dat de plant daardoor oogkwalen zou kunnen genezen. Odontites betekent tandKruid., een afkooksel van de plant met wijn zou namelijk tandpijn doen stoppen. Vernus betekent van de lente en litoralis is strand- of oevers bewonende. Serotinus betekent laat bloeiend of groeiend.
Ondersoorten-Akkerogentroost (Odontites vernus subsp. vernus) en Rode ogentroost (Odontites vernus subsp. serotinus). Soms onderscheidt men nog een derde ondersoort. Vroege ogentroost (O. vernus subsp. litoralis - Sâlt eachkrûd).
Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).
Levensduur-Eenjarig.
Plantvorm-Therofyt.
Hoofdbloei-Akkerogentroost. Juni en juli.
Rode ogentroost-Juli en augustus.
Afmeting-10-50 cm, zelden tot 80 cm.
Akkerogentroost
|
|
|
|
Rode ogentroost
|
|
|
|
Wortels-Worteldiepte tot 20 cm. De wortels onttrekken water en zouten aan de wortels van andere planten, maar de plant is ook zelf in staat tot fotosynthese.
Akkerogentroost
Rode ogentroost
Stengels-De stengels verhouten min of meer aan de voet.
Akkerogentroost is alleen bovenaan vertakt (gewoonlijk ongeveer vanaf het midden). De nul tot vier paar zijtakken staan onder een scherpe hoek van meestal 30° of minder tot hoogstens 45°) met de hoofdas. Ze staan schuin omhoog.
Rode ogentroost-De vierkantige, behaarde stengels zijn meestal vertakt met drie tot dertien paar vertakkingen. Ze maken een hoek van 45° tot 90° met de hoofdas.
Akkerogentroost
|
|
|
|
Rode ogentroost
|
|
|
Bladeren-De bladen zijn lijn- tot lijnlancetvormig met aan beide kanten één tot vijf vlakke tanden. De 1-4,5 cm
lange en 0,3-1 cm brede bladen zijn bleekgroen tot grauwgroen en vaak paars aangelopen. Ze zijn langwerpig-eirond tot lijnvormig. Ze hebben een spitse tot stompe top.
Akkerogentroost-De stengelbladen zijn meestal spits en niet vlezig.
Rode ogentroost-De bladen hebben aan beide kanten één tot vijf vlakke tanden.
Akkerogentroost
|
|
Rode ogentroost
|
Bloemen-Tweeslachtig. De schutbladen zijn lijn- tot lijnlancetvormig met aan beide kanten één tot vijf vlakke tanden. De lipvormige bloemen vormen lange eenzijdige en vrij dichte trossen. De 8-12 mm lange, viltige behaard bloemkroon is meestal roze. De bovenlip is helmachtig gewelfd
en de onderlip is korter en heeft drie lobben. De helmknoppen steken iets uit de bloemkroon. Ze helmknoppen zijn kaal, maar wel behaard aan één van de uiteienden en nabij de helmdraad.
Akkerogentroost-De schutbladen zijn meestal langer dan de bloemen. Aan de hoofdas staan de onderste bloemen in de oksels van de vierde tot tiende knoop (bladpaar). De kelk heeft smal driehoekige, spitse slippen, die even lang of langer, maar zelden korter dan de kelkbuis zijn. Aan het einde van de bloei steekt de stijl meestal uit de bloemkroon.
Rode ogentroost-De schutbladen zijn meestal korter dan tot even lang als de bloemen. De eerste bloem vind je op de (achtste-) tiende tot dertigste knoop. De kelk heeft smal driehoekige, spitse slippen, die meestal korter zijn dan de kelkbuis.
Akkerogentroost
|
|
|
|
Rode ogentroost
|
|
Vruchten en zaden-Een 4-7 mm lange doosvrucht. De 2-2,5 mm lange zaden zijn lichtbruin. Tweezaadlobbig.
Akkerogentroost
| |
|
|
Rode ogentroost
| |
|
|
Biotoop
Bodem-Akkerogentroost-Zonnige, open plaatsen op matig voedselarme, vochtige en kalkrijke grond (krijt, leem en zandige klei). Akkerogentroost is een halfparasiet, die woekert op de wortels van grassen en cypergrassen.
Rode ogentroost-Zonnige, open, grazige plaatsen op matig voedselrijke, vochtige tot natte, al of niet zilte, verstoorde grond (zand, leem, zavel, klei en mergel, zelden op veen).
Vroege ogentroost.-Zonnige, open, grazige plaatsen op natte, brakke grond.
Groeiplaatsen-Akkerogentroost- Graanakkers en akkerranden.
Rode ogentroost-Duinvalleien, zilt grasland, weiland, hooiland (met name iets brak polderboezemgrasland), aan de bovenrand van kwelders (schorren), langs weilandsloten en verse greppels, spoorwegterreinen, opgespoten grond, braakliggende grond, zandige ruggen in uiterwaarden, bermen, langs fietspaden, leem- en kalkgroeven, grindgaten op klei, mijnsteenbergen, stortplaatsen afgedekt met een dunne leemlaag, omgewerkte grond, akkerranden en graanakkers.
Verspreiding
Wereld-Oorspronkelijk uit de gematigde streken in Europa en Azië.
Akkerogentroost-Europa.
Rode ogentroost-Voornamelijk in Europa.
Vroege ogentroost-Langs de kusten van de Oostzee en de Noordzee, zuidelijk tot in Nederland.
Nederland-Akkerogentroost-Inheems. Zeldzaam.
Rode ogentroost-Inheems. Vrij algemeen.
Vroege ogentroost-Inheems. Zeer zeldzaam.
Vlaanderen-Akkerogentroost-Inheems. Zeer zeldzaam.
Rode ogentroost-Inheems. Zeldzaam.
Vroege ogentroost-Niet in Vlaanderen.
Wallonië-Akkerogentroost-Inheems. Zeer zeldzaam.
Rode ogentroost-Inheems. Vrij zeldzaam.
Vroege ogentroost-Niet in Wallonië.
2001-2023 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl