Frysk English-Burnt orchid Français-Orchis brûlé Deutsch-Brandknabenkraut Synoniemen-Orchis ustulata, Orchis ustulatus Familie-Orchidaceae (Orchideeënfamilie) Naamgeving (Etymologie)-Neotinea is afkomstig van het Griekse neos (nieuw) en van Vincenzo Tineo, een Italiaanse botanicus uit de negentiende eeuw. Ustulata staat voor aangebrand of geschroeid. Aangebrande orchis duidt op de zwartpaarse kleur aan de bovenkant van de bloemen. Aestivalis betekent zomer. Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten). Levensduur-Overblijvend. Plantvorm-Geofyt. Hoofdbloei-Mei en juni (zelden later). Afmeting-20-30 cm, zelden hoger.
Wortels-Twee eivormige, ongedeelde knollen. Stengels-Een vrij dunne, bijna rolronde, rechtopstaande stengel met aan de voet spitse scheden.
Bladeren-De plant heeft vijf tot tien blauwachtig groene, ongevlekte, lancetvormige of langwerpige, spitse bladen, die ongeveer 3-10 cm lang en 0,5-2 cm breed worden. Ze zijn aan de voet schedevormig. De onderste bladen staan dichtbijeen. De bladen op de bloemstengel worden naar boven toe steeds kleiner. De onderste bladen vormen een rozet en de bovenste bladen zitten als een schede om de stengel.
Bloemen-Tweeslachtig. De schutbladen zijn meestal eirond-lancetvormig, vaak lichtviolet- tot purper gekleurd met roodachtige of groenachtige nerven. De 3-6 cm lange, veelbloemige aar is eerst eivormig, maar wordt later wat langer. Voor de bloei is de bloeiwijze bovenaan zwartpurper. De welriekende, naar honing ruikende, bloemen worden tot 1 cm lang. De bloembladen vormen een halfbolvormige helm en zijn van buiten zwartpurper. De driedelige, 3½-6½ mm grote bloemlip is wit of lichtroze met rode puntjes. De lip is langer dan de helm en driespletig. De zijslippen zijn langwerpig en de meestal tweelobbige middenslip is naar de top verbreed. De kegelvormige, omlaag gerichte, stompe spoor is 1-2 mm, ongeveer vier keer zo kort als het vruchtbeginsel. Zeer zelden zie je een variëteit met zuiver witte bloemen.
Vruchten en zaden-Eenzaadlobbig. Een doosvrucht. De plant groeit erg traag en produceert pas na vele jaren voor het eerst zaad.
Biotoop Bodem-Zonnige of soms licht beschaduwde plaatsen op matig droge tot vochtige, stikstofarme, matig voedselarme, onbemeste, meestal kalkrijke, zelden kalkarmere grond (löss, leem en mergel). Ook op droge, open plekken. Groeiplaatsen-Uiterwaarden, rivier- en beekbegeleidend hooiland, kort blijvend, onbemest kalkgrasland, begraasde heuvels, droge weiden, berghellingen (tot 2000 m hoog), lichtrijke loofbossen, bosranden en struweelranden. Vooral in heuvel- en berggebieden. Verspreiding Wereld-Gematigde streken in Europa en West-Azië. Nederland-Inheems. Verdwenen. Voor het laatst gevonden in 1952.
Vlaanderen-Inheems. Verdwenen. Wallonië-Inheems. Zeer zeldzaam. 2001-2024 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl |