Wilde planten in Nederland en België

Zwartsteel - Asplenium adiantum-nigrum

Frysk-Swartstâltsje

English-Black Spleenwort

Français-Doradille noire

Deutsch-Schwarzer Streifenfarn

Synoniemen

Familie-Aspleniaceae (Streepvarenfamilie)

Naamgeving (Etymologie)-Asplenium komt van het Griekse a (niet) en splen (milt), omdat men dacht dat het gebruik een opgezwollen milt zou doen inkrimpen. Adiantum-nigrum betekent met zwart venushaar (op de stelen).

Beschrijving (Klik op een afbeelding om te vergroten).

Levensduur-Overblijvend.

Plantvorm-Hemikryptofyt.

Rijpe sporen-Juli t/m september.

Afmeting-5-35 cm.


Bernd Haynold - cc by-sa 3.0


Bernd Haynold - cc by-sa 3.0


Forest en Kim Starr - cc by 3.0


John Proctor - cc by 4.0

Wortels-De wortelstok is kort opstijgend, soms met vertakte, bruinzwarte, toegespitste schubben.


herbariaunited.org


usuherbarium.usu.edu - cc0-1.0


.mississippiplants.org - cc by-nc 3.0


bisque.iplantcollaborative.org - cc by-nc 3.0

Stengels-De bladsteel is dikker dan bij de andere soorten (2 mm) en ongeveer even lang of iets langer dan de bladschijf. Onderaan is deze glanzend bruinzwart, hogerop aan één kant groen.


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiant - cc by-sa 4.0


Forest en Kim Starr - cc by 3.0


nicolas pecqueux - cc by-sa 4.0


Forest en Kim Starr - cc by 3.0

Bladeren-De wintergroene bladeren staan in een losse bundel schuin omhoog. De deelblaadjes en de bladtop zijn horizontaal, De bladschijf is stevig, glanzend groen, aan de voet het breedst, afnemend meervoudig geveerd, breed tot vrij smal driehoekig en met tien tot vijftien deelblaadjes aan beide kanten van de bladspil. Deze zijn smal driehoekig, spits, met dicht opeenstaande, eironde, getande of soms stekelpuntige slippen. De nerven. zijn veervormig, de hoofdnerf is zwak ontwikkeld en de zijnerven zijn gegaffeld.


Bernd Haynold - cc by-sa 3.0


Forest en Kim Starr - cc by 3.0


Forest en Kim Starr - cc by 3.0


Johan N - Public Domain

Sporen-De sporendoosjes zijn lijnvormig tot langwerpig. Ze liggen op iedere helft van een blaadje met 3-4 dicht bijeen en vloeien vaak spoedig samen, maar bedekken niet de hele onderkant van de blaadjes. Het dekvliesje is gaafrandig of aan de gegolfde rand hier en daar stomp getand.


Gmich2012 - cc by-sa 3.0


Forest en Kim Starr - cc by 3.0


Andrea Moro - dryades.units.it/cercapiant - cc by-sa 4.0


Stephen James McWilliam - cc by 4.0

Biotoop

Bodem-Halfbeschaduwde of beschaduwde plaatsen op vochtige, niet te voedselarme tot niet te voedselrijke, kalkarme of kalkhoudende grond, rotsen of muren (löss, leem, schelpkalk, stenige en veenhoudende grond).

Groeiplaatsen-Oude vochtige muren, kademuren, muren van oude gebouwen, langs holle wegen, lösswallen, waterputten, halfbeschaduwde lösshellingen in loofbossen, langs bosgreppels in naald- en loofbossen, struwelen en in rotsspleten.

Verspreiding

Wereld-Gematigde en warmere gebieden in Europa, Noord-Afrika en Zuidwest-Azië.

Nederland-Inheems. Zeldzaam.

Vlaanderen-Inheems. Zeldzaam.

Wallonië-Inheems. Vrij zeldzaam.

2001-2024 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl