Een droge, eenzadige, niet openspringende vrucht. Bij de dopvrucht zijn de zaadhuid en de vruchtwand niet met elkaar vergroeid. De vruchtwand kan leerachtig of, zoals bij noten, verhout zijn. Aan de vrucht kan een snavel zitten, zoals bij de Scherpe boterbloem. Dopvruchten kunnen kaal of behaard zijn.
2001-2024 Klaas Dijkstra - cc by-nc-sa 3.0 nl |